Wat is osteopathie?

Osteopathie is een manuele geneeswijze, dat wil zeggen dat een Osteopaat bij de behandeling alleen zijn handen gebruikt. Voor onderzoek en behandeling wordt het hele lichaam onderzocht en zonodig behandeld. Osteopaten gaan ervan uit dat bewegingsbeperkingen in bijvoorbeeld de schedel, botten of organen een aandeel kunnen hebben in het ontstaan van lichamelijke klachten. De Osteopaat kan met zijn handen de beweeglijkheid van bijna elke structuur in het menselijk lichaam onderzoeken en zonodig verbeteren. Niet de klachten staan centraal in de behandeling, maar de vraag waardoor het in die betreffende regio tot klachten is gekomen.

Het kan zijn dat de oorzaak ergens anders ligt dan waar de pijn of symptomen zich uiten”

Bewegingsbeperkingen kunnen ontstaan door:

  • Een harde val
  • een kneuzing
  • littekens na operatie
  • verkleving van weefsel door ontstekingen
  • stress of verkeerde voeding

Een patiënt wordt onderzocht op bewegingsbeperkingen in de volgende 3 systemen. Deze systemen beïnvloeden elkaar sterk.

Het orgaansysteem:

Hiertoe behoren alle organen met hun omgevende vliezen.

Voorbeeld:
 Als voorbeeld kan men het buikvlies nemen wat om de buikorganen ligt en waarin zenuwbanen, bloed- en lymfevaten liggen die zorgen voor aansturing van de organen/ aan- en afvoer van belangrijke stoffen. Bij een opgezette  dikke darm kan het buikvlies opgerekt worden waardoor de beweeglijkheid van de darm uiteindelijk vermindert. Dit op zijn beurt geeft weer prikkeling van enkele rugspieren met lage rugpijn tot gevolg.

Het bewegingsapparaat:

Hiertoe behoren botten, spieren, gewrichten en omliggende gewrichtsbanden, zenuwen, bloedvaten en omliggende vliezen.

Voorbeeld: Een sporter gaat door zijn enkel.  Daardoor kunnen bepaalde botjes in de voet vast gaan zitten. De gevolgen gaan verder dan alleen de voet. Door trek aan bepaalde spieren en bindweefselvliezen wordt het kuitbeen naar beneden getrokken, verkorten de hamstrings en kan het bekken naar achteren gekanteld worden aan die kant. Dit kan kniepijn, slechtere doorbloeding van het onderbeen, bekkenpijn, rugpijn enz. tot gevolg hebben. Dit wordt een oorzaak-gevolgketen genoemd waarvan er meerdere in het lichaam kunnen voorkomen.

Het cranio-sacrale systeem:

Hiertoe behoren schedel, heiligbeen, ruggenmerg, hersenen en omliggende vliezen. De schedel omvat samen met de wervelkolom, hersenvliezen, ruggemergvlies en heiligbeen het centrale zenuwstelsel. Dit systeem is onderhevig aan een ritmische beweging, de cranio-sacrale beweging genoemd. Spanning in dit systeem kan bijvoorbeeld de stuwing van hersenvocht verminderen. Dit hersenvocht is belangrijk bij aanvoer en afvoer van voeding- en afvalstoffen van het centrale zenuwstelsel. Klachten als migraine, moeheid, gedragsproblemen en concentratiestoornissen kunnen ontstaan.